U bent hier

Bijeenkomst d.d. 21.09.05

1. Visie op het groepsmaatschappelijk werk
De aangeleverde antwoorden op de visievragen zijn besproken.
Tevens is nagedacht hoe deze antwoorden te gebruiken op de website om samen met de bezoekers van de website een breed gedragen visie te ontwikkelen.
Hieronder per visievraag een korte samenvatting van de bespreking en de gemaakte afspraken.

Visievraag 1  Wat is groepsmaatschappelijk werk?
a. Als inleiding een omschrijving geven wat maatschappelijk werk is. Definitie eventueel ook over te nemen uit het nieuwe Beroepsprofiel.
b. We hebben een aantal begripsdefinities / omschrijvingen op een rij gezet. Bedoeling is dat websitebezoekers een keuze mogen maken welke omschrijving zij het meest treffende vinden. Tzt deze opsomming op de website plaatsen waarbij een functionaliteit wordt toegevoegd – bijvoorbeeld een pop up met enquête – zodat bezoekers van de site hun keus - welke definitie hen het meeste aanspreekt - kunnen aanklikken en gelijk de score van alle voorgangers kunnen zien (in percentages bv.)

Visievraag 2  Wat is nu zo kenmerkend voor een ‘groepsmaatschappelijkwerk’-groep en de gehanteerde werkwijze?
Ook de antwoorden op vraag 2 houden we in stramien van de opzet van vraag 1. We zullen hiervoor een aantal antwoorden formuleren waarbij nu wel meerdere antwoorden aangevinkt kunnen worden door de bezoekers van de site.

Visievraag 3  Welke - al dan niet bewezen - meerwaarde heeft deze begeleidingsvorm t.o.v. individuele en/of systeemgerichte begeleiding ?
Geconstateerd werd dat we de verschillende begeleidingsvormen niet tegen elkaar af moeten zetten onder het mom ‘welke is het beste’. Beter is het om te formuleren wanneer GMW geïndiceerd is. Vraag 3 gaan we daarom herformuleren in
3.a.  Wanneer is verwijzing naar een groep geïndiceerd ?
Hierbij een casus voorleggen aan de lezers en laten reageren waarom in dit geval wel of niet naar een groep te verwijzen. Deze discussie op de website laten plaatsvinden.
3.b.  Wat zijn de werkzame factoren van het groeps(maatschappelijk)werk ?
3.c.  Wat zijn de effecten van het groeps(maatschappelijk)werk ? 
Mogelijk dat het rapport van het Verwey Jonkerinstituut over effectmeting hiervoor nog het nodige materiaal verschaft.

Visievraag 4  Voor welke doelgroepen en voor welke problematiek is een meerwaarde / meeropbrengst te verwachten van inzet van de begeleidingsvorm GMW ?
Vraag 4 is eigenlijk dezelfde vraag als onder 3.a.: indicatiegebied.
Uit de landelijke inventarisatie is overigens te destilleren voor welke problematiek / doelgroep groepswerk momenteel wordt aangeboden binnen het AMW.

 

2. Wat verder ter tafel is gekomen

  • Nieuwe ontwikkelingen gesignaleerd: in Utrecht nodigen ze tijdens de assertiviteitstraining het netwerk van de deelnemer (bv. partner) uit.
  • Op de website iets doen met (soms onzuivere) motieven om niet naar een groep te verwijzen zoals groep start nog niet op korte termijn, ik vind het zelf zo’n leuke cliënt, we hebben hier geen groep voor etc. etc.
  • Idee voor de intropagina van de website: het logo van het AMW gebruiken (poppetje wat door een deur stapt) en dit uitbouwen; poppetje wat door de deur naar binnen komt en in een groep met andere poppetjes gaat zitten, waarnaar ook andere poppetjes door de deur volgen.

 

3. Volgende bijeenkomst
Woensdag 2 november 2005